‘Van vmbo tot universiteit: samen leren over regeneratieve landbouw’
Regeneratieve landbouw vraagt om een nieuwe manier van leren en kijken voorbij oude grenzen. Bij DCTerra in Noordoost-Nederland sinds de oprichting betrokken bij ReGeNL, leren ze studenten wat dit in de praktijk betekent.
Terra, de school voor groen vmbo en mbo, en Drenthe College fuseerden begin 2024 tot DCTerra, waardoor scholieren nu bij DCTerra terecht kunnen voor het complete palet aan groen en kleurrijk onderwijs: van teelt (akkerbouw) en veehouderij tot dierverzorging, hovenierswerk, landschapsbeheer, en van techniek tot zorg, van economie tot transport
Dit tot blijdschap van Ine Sturkenboom, practor Regeneratief (rent)Meesterschap bij DCTerra en tot voor kort Programmamanager Green Deal Natuurinclusieve Landbouw Groen Onderwijs (2019-2025).

Ine SturkenboomSturkenboom weet waar ze het over heeft. Zij start als practor studentenprojecten op, verbindt het onderwijs met het bedrijfsleven en verkent samen met studenten en docenten nieuwe onderwijspraktijken, binnen haar eigen school, maar ook in de regio. Ze is vurig pleitbezorger van de Whole-School Approach, een brede benadering die inzet op samenwerking tussen opleidingen en opleidingsniveaus. Daarnaast geeft ze vanuit Groenpact invulling aan de ambities van ReGeNL binnen actielijn 4: Human Capital.
Whole-School Approach
Een Whole-School Approach is er niet van vandaag op morgen, ook niet binnen een en dezelfde school, zoals DCTerra. ‘We moeten elkaar eerst goed leren kennen,’ zegt Sturkenboom. ‘Maar als het over regeneratieve landbouw gaat vind ik hier op school gemakkelijk aansluiting bij de afdelingen techniek en gezondheidszorg; zij zien de toegevoegde waarde in van groene opleidingen en beroepen. ’ In de praktijk leidt dit al tot mooie initiatieven. ‘Zo geven agrarische studenten en koksstudenten tijdens de Week van het Eten in oktober les aan kinderen op de basisschool over hoe ons eten in elkaar zit,’ illustreert Sturkenboom.
Samenwerken met ondernemers
Bij DCTerra bepalen studenten hun eigen leerroute op basis van leervragen. Ze doen tijdens hun opleiding vaardigheden op als integraal denken, problemen oplossen en leren in netwerken met andere disciplines, cruciaal voor wie regeneratief wil werken. Een andere rode draad is samenwerking met bedrijven uit de regio, bijvoorbeeld via leerwerkprojecten en stages.
‘Zowel de studenten als de betrokken bedrijven leren hier veel van. Zo dachten studenten Loonwerk onlangs mee over een nieuw beregeningssysteem voor een groenteproducent die niet meer met zijn trekker over het perceel wilde rijden’, vertelt Sturkenboom. ‘De Avans Hogeschool gaat nu een aantal ideeën van onze studenten door ontwikkelen. Je hoeft dus niet academisch geschoold te zijn om betrokken te zijn bij innovatie; elk onderwijsniveau kan hierin van betekenis zijn.’
Van Green Deal naar ReGeNL
Als voormalig programmamanager van de Green Deal Natuurinclusieve Landbouw Groen Onderwijs – die nu een doorstart maakt naar een nieuwe fase – heeft Sturkenboom inzichten opgedaan die ze nu toepast in het onderwijs. ‘We ontwikkelden bijvoorbeeld een Theorie-of-Change werkwijze voor het strategisch plannen van activiteiten op weg naar maatschappelijke verandering, en een portaal voor het delen van kennis over regeneratieve en biologische praktijken.’
De werkwijze die tijdens zes jaar Green Deal is ontwikkeld, wordt nu voortgezet binnen ReGeNL. ‘Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) was zo enthousiast over onze aanpak dat ze deze blijft ondersteunen, ook nu de Green Deal is afgerond,’ zegt Sturkenboom. ‘Alle groene scholen in Nederland leveren straks kennisambassadeurs die honderdtwintig uur per jaar bijdragen aan regeneratieve landbouw in het onderwijs.’
Direct toepasbaar
Sturkenboom vindt het heel motiverend om samen te werken met ReGeNL: ‘Ons portfolio aan opleidingen in voedselproductie en landschapsbeheer sluit perfect aan bij de missie van ReGeNL om een grote groep boeren en andere partijen uit het voedselsysteem de overgang te laten maken naar toekomstbestendige landbouw,’ legt ze uit. ReGeNL biedt ons direct toegang tot een landelijk netwerk met verschillende regionale perspectieven. De samenwerking werkt bovendien twee kanten op: studenten leren van boeren, boeren geven les aan studenten en samen doen ze nieuwe kennis op. Alle kennis die we bijeenbrengen, komt zo direct toepasbaar voor iedereen in het netwerk.’
De transitie naar regeneratieve landbouw betekent overigens niet dat alle praktijken uit het verleden fout zijn. ‘We moeten het goede behouden en doorontwikkelen waar nodig,’ benadrukt Sturkenboom.
Van elkaar leren
Ervoor zorgen dat de 600.000 werkenden en vrijwilligers in agro, water en natuur van elkaar leren. Dat ziet Sturkenboom als de grootste uitdaging voor de komende jaren: ‘We moeten niet oordelen over elkaar, maar samen kijken naar wat werkt in welke regio en onder welke omstandigheden.’
Daarnaast pleit ze voor het doorbreken van de traditionele grenzen tussen onderwijsniveaus. ‘Als we het echt goed willen doen, dan trekken (v)mbo, hbo en wo bij het vergaren en delen van kennis samen op in leernetwerken van bijvoorbeeld agrariërs, docenten en studenten. Open en eerlijk met elkaar het gesprek aangaan, dat leidt pas echt tot nieuwe inzichten.’
Positieve verhalen vertellen
Minstens zo belangrijk als samen leren is communicatie met de buitenwereld, benadrukt Sturkenboom: ‘Er gebeurt ontzettend veel goeds in de groene sector dat onzichtbaar blijft of verkeerd begrepen wordt. Denk aan consumenten die denken dat een boer bestrijdingsmiddelen spuit terwijl hij eigenlijk rijdt met bio-stimulanten. We moeten kennis en bewustwording bij consumenten vergroten en laten zien hoe eenieder een positieve bijdrage kan leveren aan een toekomstbestendige landbouw.’
Vaste plek in het onderwijs
Sturkenboom hoopt dat het thema regeneratieve landbouw een vaste plek gaat veroveren in het onderwijs, ook op basisscholen en in het algemene voortgezet onderwijs – de tieners van vandaag zijn immers de professionals van morgen. ‘Hoe kunnen we scholieren meenemen in het enthousiasme voor de basis van ons bestaan? Door ze te laten ervaren wat regeneratieve landbouw in de praktijk inhoudt.’
Met haar Aberdeen Angus koeien, die binnenkort een schuur krijgen voor de natte winters in ons land, ervaart Sturkenboom dagelijks hoe belangrijk de verbinding is tussen onderwijs en praktijk. ‘Je snapt regeneratieve landbouw pas echt als je op een boerderij rondloopt. Dat geldt niet alleen voor tieners, maar ook voor volwassenen.’